Troost
Zoals iemand door zijn moeder wordt getroost, zo zal Ik u troosten. - Jesaja 66:13
Als kind hebben we allemaal die momenten gehad dat we met een geschaafde knie luid schreeuwend naar huis renden om op zoek te gaan naar mama (of papa). Renden we naar huis omdat zij de knie dan magisch zouden genezen? Nee, natuurlijk niet, maar op zo’n moment heb je behoefte aan troost. Iemand die je even vasthoudt en zegt dat alles wel goed komt. Iemand die jouw belang even helemaal voorop zet en laat merken dat jij op dat moment het allerbelangrijkst bent. Het zal niet vaak gebeurd zijn dat je op zo’n moment tien minuten moest wachten totdat je ouder klaar was met een klusje waar hij/zij mee bezig was.
Als ik één van mijn kinderen schreeuwend hoor aankomen, denk ik dan dat de wereld vergaat en dat er iets vreselijks gebeurd is? Nee, meestal niet. Inmiddels weet ik wat me te wachten staat, meestal is het een geschaafde knie, een brandnetel die geraakt is of een ruzie met een broer/zusje. Maar ook als ik weet dat er echt niets ernstigs aan de hand is stop ik even met mijn werk dat ik aan het doen was en draai ik me om naar mijn kind. Ik neem hem of haar in mijn armen en wacht totdat het verhaal er (soms al snikkend) uitkomt. En soms komt dat moment niet eens en was een knuffel voldoende. Want ik weet dat dat is waar mijn kind naar verlangt: gezien worden en getroost worden. En als ik wil dat het snikken echt snel ophoudt bied ik ook nog aan om er een snoepje ‘op te leggen’. Dat zijn wondermiddeltjes.
Zo troost ik als moeder, en in Jesaja lezen we dat God ook zo troost. Dat betekent dus dat God, op het moment dat jij komt met verdriet, aandacht voor jou heeft. Dat Hij niet verwacht dat je geordend en rustig een mooi verhaal houdt, maar dat je met horten en stoten een onsamenhangend verhaal vertelt. Hij verlangt ernaar om als een Vader Zijn arm om jou heen te slaan en je te laten voelen dat je op een plek bent waar je geliefd bent en waar volledige aandacht voor jou is.
En mag je dan alleen komen met grote onderwerpen waar je verdrietig of angstig over bent? Natuurlijk niet! Zoals ik ook kom als het lampje op de kamer van Nienke het even niet doet, of als er een spin zit die het allemaal een beetje spannend maakt, zo wil God in alle situaties komen en aandacht geven. Je hoeft dus nooit beschaamd of vol schroom te zijn om bij je Hemelse Vader te komen. Hoe raar het ook lijkt in de ogen van een ander dat je voor zoiets kleins, onbeduidends of zelfs niet bestaands bang bent of er verdrietig van wordt, God zal dit nooit denken. Al zou je bang zijn voor je eigen schaduw, dan zou God je troosten en in Zijn armen nemen en beschermen.
Dus als er ook maar iets is waarvoor je Hem nodig hebt, ren naar Hem toe. Hij staat altijd klaar met Zijn armen wijd open om je de volledige aandacht te geven.