In de nacht van Jezus' geboorte verscheen een engel aan een groep herders die in de velden bij Bethlehem verbleven. Zij hoorden als eersten het nieuws over de geboorte. Naast de herders kwamen ook wijzen uit het oosten naar Bethlehem om de Koning te eren. Dat juist deze twee zeer uiteenlopende groepen als eerste Jezus kwamen bezoeken vind ik veelzeggend.
Herders waren van geringe komaf en stonden laag in aanzien. Dat juist zij als eersten over Jezus’ geboorte hoorden, laat zien dat Jezus kwam voor iedereen, sterker: dat Hij juist kwam voor de mensen die gering in aanzien staan. Voor de verdrukten, de verschoppelingen. En dat Hij zich openbaart aan de ‘eenvoudigen:’ aan wie niet prat gaat op zijn of haar positie of die alles denkt te weten, maar die eenvoudig kan aannemen wat tot hem gesproken wordt. Ze gingen immers direct op weg.
De wijzen laten zien dat Jezus’ komst niet voor slechts één volk bestemd was. Want waar ze ook precies vandaan kwamen, ze behoorden niet tot het Joodse volk. Dat ze worden aangeduid als wijzen, geeft aan dat ze niet alleen veel kennis bezaten, maar ook belangrijke figuren waren. Aan hun cadeaus kun je zien dat ze van zeer goede komaf waren. Ondanks hun positie waren ook zij bereid om te buigen voor iets heel kleins en kwetsbaars. Iets waarvan je, met al je kennis en wijsheid, maar moet geloven dat het waar is.
Dat deden ze, zowel de herders als de wijzen. Twee heel verschillende groepen rondom de kribbe. Waar kom je dat nou nog meer tegen? Precies, in de kerk.
Jezus’ komst is voor iedereen – hoeveel je ook (niet) weet, hoe klein of onbetekenend je je ook voelt. En ook als je een heel fraai en uitgebreid CV hebt en veel succes in het leven kent: de vraag blijft of je wilt buigen voor de allerhoogste Koning. Of je een houding van nederigheid wilt aannemen. Dán kan God door jou spreken en Zichzelf openbaren.
Martijn