In Exodus 31 lezen we dat de Heer het volgende tot Mozes spreekt:
Zie, Ik heb Bezaleël, de zoon van Uri, de zoon van Hur, uit de stam Juda, bij zijn naam geroepen. Ik heb hem vervuld met de Geest van God, met wijsheid, inzicht, kennis en allerlei vakmanschap, om ontwerpen te bedenken en om die uit te voeren in goud, zilver en koper; en om edelstenen te bewerken en in te zetten, en om hout te bewerken, dus om allerlei werk te verrichten.
Welke talenten heb jij? Misschien ben je creatief, muzikaal, of vind je het fijn om het overzicht te bewaren, zaken te coördineren, of let je juist op de kleinste details en ben je attent? Een talent is iets dat God je bij je geboorte heeft gegeven. Het is wat anders dan een vaardigheid: die kun je aanleren. Al wordt leren pianospelen best lastig als je totaal niet muzikaal bent. De vraag is dus niet alleen welk talent je hebt gekregen, maar ook: wat doe je ermee, hoe zet je dat in?
In Exodus 30 lezen we dat Bezaleël door God geroepen is en de opdracht krijgt om heel concreet iets te gaan maken. Dat God juist hem daarvoor vraagt is ongetwijfeld niet toevallig: ik heb het vermoeden dat hij voor deze opdracht ook al kon houtbewerken. Nu zet God die ambacht in voor iets heel specifieks, namelijk het vervaardigen van het allerheiligste deel van de tabernakel, het heilige der heilige.
Hieruit kunnen we leren dat God ons wil gebruiken, tot en met onze meest praktische vaardigheden, voor het bouwen van Zijn Koninkrijk. En hoe praktisch ook, Bezaleël werkte mee aan het allerbelangrijkste deel van de tabernakel, en kreeg dus een heilige opdracht. God roept hem daarvoor, wat betekent dat hij er gehoor aan kon geven, of niet.
En: God roept jou om iets te doen wat bij je past. Wat niet per se iets gemakkelijks is: Mozes zelf had tig bezwaren om vooral niet naar de farao te gaan. Zend toch een ander! Toch koos God specifiek Hem uit. Daaruit leer ik dat God weet wat Hij doet, en dat ik op Hem mag vertrouwen dat Hij het doet, door jou en mij heen.
Waarvoor roept God jou? En hoe geef je daar gehoor aan?
Martijn