Zien
Tijdens mijn laatste werkweek in Amsterdam stond ik te wachten op de trein naar huis. Mijn hoofd zat behoorlijk vol van alles wat zich de afgelopen periode had afgespeeld, en ietwat in mezelf gekeerd stond ik te wachten op het perron. Plots stond er een man voor me. Ik had hem niet zien aankomen, hij leek mij wel uitgekozen te hebben. Aan de weinige tanden in zijn mond zag ik dat het waarschijnlijk geen treinreiziger was, maar een zwerver. Hij vroeg of ik geld had en noemde een specifiek bedrag. Ik zei, in alle eerlijkheid, dat ik helaas geen contant geld bij me had. ‘Zou je dan iets willen kopen voor me?’ Ik keek vlug op de stationsklok en zag dat ik nog 10 minuten had. Dat moest lukken. Eenmaal in de kiosk wees hij op een yoghurtshake. Bij de kassa noemde hij nogmaals het bedrag dat hij nodig had en dat ik dat erbij kon pinnen. Ik deed wat hij vroeg.
Ik wilde het hem echter niet zomaar geven. Hij had weliswaar nuchter uit zijn ogen gekeken en het gevraagde bedrag was zo specifiek dat het waarschijnlijk daadwerkelijk voor de opvang was. Maar instinctief voelde het niet oké om het zomaar in zijn handen te drukken, als de gehaaste reiziger die er vanaf wil zijn. Er flitste een gedachte door me heen. Buiten de kiosk gaf ik hem de shake, en zei: ik wil je ook het geld geven, maar alleen als je me belooft het niet te gebruiken voor drugs. Dat beloofde hij. Toen zei ik: ik wil ook dat je weet dat ik dit doe omdat ik in God geloof. En dat ik geloof dat Hij jou ziet en met je is. Hoe heet je? ‘Hans,’ antwoordde hij. ‘Hij houdt van jou Hans.’ Hans reageerde: ik geloof ook in God, ik bid elke dag één keer. Ik zei: ‘Heel goed Hans, blijf dat vooral doen’. ‘Nu moet ik gaan,’ antwoordde Hans, alsof niet ik maar hij de gehaaste treinreiziger was. En weg was hij.
Ik vertel dit verhaal niet om te laten zien hoe goed ik bezig was. Het ging ook niet om de yoghurtshake of het geld. De uitdaging was: kan ik mijn focus verleggen van mezelf naar een ander? Deze zwerver ging vlak voor me staan en daardoor zag ik hem. Hoe vaak ben ik niet bezig met mijn eigen sores en daardoor niet in staat de nood van een ander op te merken?
En dan te bedenken dat Jezus jou en mij op het oog had toen hij de allermoeilijkste weg aflegde die er ooit in de geschiedenis van de mensheid is geweest. Zelfs in die omstandigheden had Hij jou en mij op het oog. Wat een voorbeeld. Ik bid dat wij datzelfde zicht op de ander mogen hebben, en daarmee mogen wijzen op de Eeuwige Vader, wiens oog altijd op je is.
Martijn